5 - Ademsteun
Hoofdstuk 5 - Paragraaf 7
5. Ademsteun

5.7 Ademsteun



Klik op een plaatje om het te vergroten.



Klik op een plaatje om het te vergroten.





Steun voorover op een stoelleuning of anders. Voeten staan recht onder het bekken. Maak de rug bol, vooral het borstgedeelte en adem diep in. Maak de rug zo bol als mogelijk.
Nu komt de ademsteunoefening: Blaas extreem diep uit hetzij snel of afwisselend, langzaam maar houdt de rug zo bol als mogelijk. Trek aan het eind van de uitademing de navel in.



Klik op een plaatje om het te vergroten.




Klik op een plaatje om het te vergroten.


5.7 Ademsteun