32 - Venturi systeem
Hoofdstuk 32 - Paragraaf 1
32. Venturi systeem

32.1 Venturi

Het venturisysteem
Dit is het simpele, maar o zo geniale bedenksel komt van de Italiaanse fysicus Giovanni Battista Venturi. Het wordt in de blaasmuziek vooral toegepast bij de bouw van de leadpipes van trompetten en trombones. Eerder waren er allerhande industriele toepassingen, zoals bijvoorbeeld in de carburateuren van motoren.

Men bouwt de venturi, een bewust in het luchtstromingskanaal aangebrachte vernauwing in de leadpipe of receiver, op een bepaalde afstand vanaf en aansluitend op het eind van de mondstukpijp. 'Gap' noemen we dat. Dat is een veelbesproken en omstreden onderwerp. Zie onder venturi, trompetventuri, trombone venturi et cetera op Google. Daarmee bedoelt men de ruimte die er is vanaf de mondstukpijp tot de plaats waar de vernauwing ophoudt. En dat kan al direct achter de mondstukstift zijn maar ook veel verderop in de leadpipe. Die afstand bepaalt de compressie die je moet geven om de goede klankverhoudingen in de polariteiten te krijgen. Zie hoofdstuk 32.2 'Venturi Tapering'.








Venturi-effect
De passerende luchtstroom ondergaat in de vernauwing een snelheidstoename en daardoor dus ontstaat op de plek een drukverlaging (h) volgens de Wet van Bernouilli. In die wet staat onder meer dat toename van de snelheid van een gas of vloeistof gepaard gaat met een drukverlaging van die vloeistof of gas. Leonhard Euler beschreef het als eerste. Zie ook Fundamentals of Acoustiscs van Arthur Benade. En heeft daardoor een aanzuigende werking vanuit het instrument vanaf het mondstuk.

In talloze merken trompetten en trombones worden al van ouds her experimenten gedaan met het inbouwen c.q. toepassen van de venturi kamers. Tegenwoordig levert men meerdere maten van leadpipes-diameters bij sommige instrumenten.

De diameter van de leadpipe-venturi is van groot belang en de verschillende plaatsen waarop men de venturi plaatst, soms zelfs meerdere in één leadpipe, is van belang voor de volgende zaken:
  • Mondstuk moet goed passen.
  • Backbore van het mondstuk moet naadloos aansluiten op de venturikamer. Je kunt dus niet ongestraft elk mondstuk in de receiver plaatsen. Dit is ook een bewijs dat je niet zonder meer een mondstuk kunt laten aanmeten.
  • Stemming (zonder venturi-kamer, dus met een strakke rechte pijp, worden de hoge, sterk gespeelde tonen onzuiver, moeilijk beheersbaar en te hoog.
  • Timbre.
  • Souplesse in verschillende hoogte- en laagtebereiken.
  • Welke muziekstijl speel je en in welke functie.
  • Responsibiliteit en aanspreekbaarheid, vergrotend vergeleken bij straight leadpipe.
  • Venturikamer moet aangepast zijn of worden aan de boring van het instrument.
  • De lengte van de venturikamer kan klein zijn maar ook groot. Dat hangt af van de plaats waar de venturi ophoudt en de diameter even wijd is als de rest van de leadpipe.

    De keuze van de leadpipe is af te lezen aan ringen aan het begin, 1, 2 of 3 ringen: small, medium en large. Lees op www.getzen.com/gazette/2006/10/2/ of zoek op Google.






    Er zijn fabrikanten geweest die de leadpipe zo inrichtten dat er meerdere venturikamers in de receiver aanwezig waren, voor elke toon van de toonladder één. Men hoopte het perfecte effect te bereiken bij de blazer, die dan de compressieniveaus van het instrument, nodig voor een bepaalde speelstijl, beter kon veranderen en zich er aan aanpassen. Echter, grote problemen met de stemming, ook door een niet goed aansluitende fitting op de stembuis, gaf niet het gewenste effect. Wel traden er ongewenste neventonen op, geruis en gesuis bij bepaalde tonen. Stemmingsproblemen bij bepaalde tonen. Dat gaf spannende resultaten maar daarvan is men uiteindelijk afgestapt. Beter en meer studeren leverde betere resultaten.

    Lippenfunctie en venturi
    De wijze waarop beide lippen de luchtkolom in het intrument tot trilling en klank moeten leiden is voor iedereen verschillend. Daarom zullen 2 blazers met hetzelfde instrument, mondstuk en venturi-leadpipe beide een heel ander geluid produceren. Dat houdt in dat elke blazer individueel zijn eigen soort leadpipe-venturi moet hebben, aangepast aan de lippenvibratie. De beste trompetresultaten, volgens Edwards, geven de venturi-leadpipes die helemaal doorlopen totaan de stempomp. Maar dat hebben weinig fabrikanten.

    Voor de bas-trombone geldt, hoewel er altijd verschillende lengtes zijn, dat ze uiteraard veel langer zijn, ongeveer 16,5 cm. Het aanzetstukje, de receiver, waarin het mondstuk wordt geschoven is ongeveer 5 cm. Het mondstuk moet in feite exact in de receiver passen en weer aansluiten op de rest van de binnen- leadpipe. Zoals ik zei is de lengte van de venturikamer wisselend afhankelijk hoeveel lengte de venturikamer nodig heeft om op de normale diameter van de rest van de leadpipe te komen. Maar dat geldt ook voor trompet-venturikamers.

    Mondstuk en venturi
    Er is een logische lijn in de relatie tussen mondstukkeuze en venturikamer. Bij een grote , lange en wijde venturi hoort geen klein, ondiep, smal mondstuk met nauwe boring en dikke randen. Omgekeerd hoort bij een nauwe langzaam taps toelopende venturi geen groot, diep, ruim mondstuk horen. En dat geldt ook voor de backbores van de mondstukken. Een wijde venturikamer behoeft ook een wijde backbore. Dat hoort bijelkaar. Net zo als dat het embouchure erbij hoort.

    De venturi begint direct bij de uitmonding van de backbore van het mondstuk. En heeft een taps verloop richting eind van de leadpipe. De venturi heeft samengevat als doel: de attack, de aanzet, de aanspreekbaarheid van het instrument te verbeteren. Daarbij hoort dus ook een mondstuk met de juiste afmetingen, in alle opzichten, maar vooral de backbore van het mondstuk is hierin van belang.

    Als de blazer een te grote venturi-leadpipe gebruikt , net als bij een te grote backbore van het mondstuk,zal de toon donker zijn en diep. Helderheid ontbreekt in het toonspectrum. Een te smalle venturi-leadpipe, die dus vanaf het begin te taps afloopt geeft een gespannen, geknepen geluid.

    Eigenlijk is het simpel. Wil je extreem hoog, 4 octavenbereik en open klinkend dan moet je een smalle venturi hebben, hooguit medium. Wil je een instrument voor algemeen gebruik, neem dan de medium venturi. Moet je full color, grote toon en redelijk wijd bereik en ook laag dan neem je de large venturi. Duidelijker kan ik niet zijn.

    Edwards-Instruments
    Een voorbeeld van maten en afmetingen geeft Edwards-Instruments. Oplopend voor de Bb trompet van Venturi 0.340'' via- 43'', 49'' 51'', 54'' geeft Edwards aan dat gemakshalve gezegd, je steeds makkelijker blaast, en de toon steeds voller en groter wordt. Voor de C–trompetten met dezelfde genoemde maten geldt eigenlijk hetzelfde van free blowing & brilliant tone naar uiteindelijk very open- large volume of sound.


  • 32.1 Venturi