7 - Borstkas & wervelkolom
Hoofdstuk 7 - Paragraaf 1
7. Borstkas & wervelkolom

7.1 Feiten ademhaling

De hiervoor besproken activiteiten in de keelholte, mondholte, etc. staan uiteraard onder sterke invloed van de activiteiten in de borstkas. In “Ademen wij vanzelf?” van Paul van Balfoort, arts maar ook zanger, vond ik een verdere bevestiging van mijn door mri- en röntgenonderzoek gestaafde feiten.

Rustademhaling:
Wij ademen inderdaad vanzelf, maar alleen in rust. Door impulsen uit het ademcentrum in het verlengde merg worden de inademingspieren geactiveerd, die de borstholte vergroten. Hierdoor ontstaat een onderdruk waardoor meer lucht binnenstroomt.



Inspanningsinademing:
Als wij echter even diep doorademen, wordt mede door het middenrif nog meer lucht binnengezogen, tot de Vitale Capaciteit bereikt is. Na een korte adempauze stroomt de lucht er door de elasticiteit van het longweefsel als vanzelf uit.




Inspanningsuitademing:
Ademen we even krachtig door, zoals bij zingen of spelen, dan verdwijnt er nog veel meer lucht, tot het optimum bereikt is en een klein restje lucht (ademlucht) voorkomt dat de longen samenklappen. Binnenin de borstkas bevinden zich twee longvliezen, die door een permanente onderdruk tegen elkaar worden gezogen. Ze volgen elkaars bewegingsgedrag. Speel je teveel hard en hoog en leef je ongezond, dan kan er een scheurtje ontstaan in één of beide longvliezen. Dit voelt alsof er bijvoorbeeld een rib of mes door de longen steekt, of een kogel, om actueel te blijven. De long klapt in, met een ingeklapte long als gevolg. Pijn en benauwdheid completeren het beeld. Als beide vliezen doorboord worden door een trauma, noemt men dat een pneumo-thorax.


7.1 Feiten ademhaling