55 - Bekkenbodemspieren
Hoofdstuk 55 - Paragraaf 1
55. Bekkenbodemspieren

55.1 bekkenbodemspieren

Hoofdstuk 55 . bekkenbodemspieren

Zitzadel
Ademsteun en bekkenbodemspieren.
Voor een goede ademsteun is het gelijktijdig aanspannen van de bekkenbodem spieren een ‘must’.

Je kunt dat natuurlijk gaan oefenen, zoals vrouwen in de zwangerschapgymnastiek.
Hieronder eerst de 2 afbeeldingen van de oppervlakkige sluit/ of bekkenbodemspieren. In totaal is een groot aantal spieren in deze regio.



Klik op een plaatje om het te vergroten.




Klik op het plaatje om het te vergroten.


De belangrijkste volgen hieronder:
  • M(usculus):
    Levator ani 2 stuks / coccygeus 2/ sphincter ani 1 / ischiocavernosus 2/ bulbospongiosus /transversus perinei superficialis 2/ transversus perinei profundus 1/ sphincter urethra 1.

    De functie van deze spieren is hun sluitfunctie van anus en urineuitgang.
    Verder helpen ze bij het compact houden (bijelkaar houden) van het bekken en dan met name de zitbeenderen.

    Achter op het bekken zitten dan weer een aantal spieren, zie hieronder illustratie 3, die aan de achterzijde het heiligbeen/bekken en de heup bijelkaar houden.
    Maar bij de oefening op het zitzadel worden dezen ook mee aangespannen en dat is ook noodzakelijk.
    Dit is de groep van de mm. Gemelli, piriformis, obturatorius en quadratus femoris en die zitten natuurlijk beiderzijds.

    Daarover heen zitten dan de grote bilspieren MM.gluteď minimus, medius en maximus, dat zijn voornamelijk heupstrekkers en buitenwaarts draaiers.
    Bij de zitoefening worden deze ook aangespannen omdat je half zit en half staat.

    De vierde illustratie geeft de boogconstructie aan die de bekken- en beenspieren verzorgen. Samen met alle heupspieren zorgen ze voor een stabiele stand.

    Ook geeft dit aan dat je beter veel staande kunt studeren of op een hoge kruk/ zitzadel.

    Doel van bekkenbodemgebruik tijdens het blazen of zingen:
    Als je ze niet aanspant zal de druk, die je met de ademsteun opbouwt gedeeltelijk worden geabsorbeerd in de onderbuik. Dit betekent drukverlies en dus een mindere klank en lagere luchtdruk. De luchtstromingssnelheid staat hiermee ter discussie.


  • 55.1 bekkenbodemspieren