5 - Ademsteun
Hoofdstuk 5 - Paragraaf 5
5. Ademsteun

5.5 Trechter methode

Projectie van de luchtstroom van onder midden uit de buik naar een punt vóór of boven de beker.

De ademstroom versnellen

  • Pointing the airstream.
  • The Airstream Imagination Funnel Shape method.
  • Funneling & Guiding the Airstream.
  • Belly Bell concentrating line.

    Het grootste probleem of bottle neck bij het blazen is met grote voorsprong de ademsteun die niet continue is. Daarvoor is het imaginaire hulpmiddel: het richten van de luchtstroom, vergelijk met het spuiten van water met een tuinslang.

    Wat wil je met dit vergelijkend voorbeeld van tuinslang-spuiterij bereiken:

  • Een dunne krachtige straal ver weg projectie:
    vergelijk ff trompet/cylindrisch instrument
  • Een dikkere krachtige straal ver weg projectie:
    vergelijk trombone/cylindrisch instrument
  • Een dikke volle straal behoorlijk ver weg:
    vergelijk bastuba /groot conisch instrument
  • Een dunnere volle straal behoorlijk ver weg:
    vergelijk euphonium/middelgroot conisch

    Idem de bariton maar deze is minder conisch en de straal zal iets dunner zijn als bij de euphonium maar krachtiger. Dit komt omdat de aanlooppijp naar de beker nauwer is dan als bij de euphonium en ook is de beker kleiner, wat betekent dat de bariton daardoor iets minder makkelijk het geluid uitzendt maar wel de boventonen beter weergeeft. Je kunt er bijna een trombonegeluid mee opwekken.

    Idem de alt, idem de bugel. Echter: Met een cornetstift achtig mondstuk of trompetstift achtig mondstuk kan de bugel soms sterk op een cornet of trompet gaan lijken. In de Egeländer en Böhmische Musik spelen vele bugelblazers op trompetmondstukken ook omdat de leadpipe daarvoor is ingericht. Dit houdt in dat de bugel in feite een tussenvorm is tussen de alt en de cornet of trompet.

    Deze kracht is nodig om de scherpere breekhoek coëfficiënt van de beker en daarmee de grotere impedantie te overwinnen. Ik bedoel: hoe scherper de breekhoek coëfficiënt(het aantal graden dat de beker helt vanaf de hoofdbuis), hoe groter de impedantie (weerstand om geluid uit te zenden) hoe meer kracht je nodig hebt komende van midden onder uit de buik, om de grondtoon en bovenharmonischen hun eigen karakter te geven, briljant, scherper dan bij de conischen zoals bugel, alt, waldhoorn, bassen, euphonium, bariton. Na de goed uitgevoerde rug/buik/ribinademing of costodiafragmale totaal inademing volgt het aanblazen van de toon met behulp van de ademsteun.

    En nu komt het: de blazer stelt zich een punt voor onder, midden in de buik waar zij of hij de uitdrijvende kracht concentreert. Alsof het hele lichaam een grote trechter is waar de lucht uitgedreven moet worden naar een punt buiten het instrument. Voor de cylindrische instrumenten neemt men een dunne krachtige straal in gedachten, die vanonder uit de buik denkbeeldig, en vanuit de borstkas reëel, naar een punt ver vóór de beker wordt gericht. Voor de conische instrumenten is het echter een brede luchtstraal, die naar een punt van iets vóór, of zoals je wilt in en door de beker moet worden gestuwd.


    Je kunt voor de verschillende instrumenten een phonetisch gedachte klank in gedachten nemen die de luchtstraal nog meer richting geeft. Voor cylindrische instrumenten zoals trompetten etc. en trombones bij zeer hoog en krachtig spel OU of UU. Bij spel in het middenregister meer OO en in het lage register OH van het Engelse AWFUL.
    Voor conische instrumenten, bugel, alt, waldhoorn, bariton, euphonium en bas zal dit zijn voor:
    Extreem hoog: UU, OO
    Hoog: OU
    Middenregister: OH
    Laag: OH van AWFUL

    Persoonlijke varianten zijn soms nodig en zelfs wenselijk. De snelconcentratie in je gedachten, terwijl je de kracht zet helemaal midden onder in de buik, net boven je schaambeen luidt: BUIK-BEKER.

    Zoals Ricquier dit ook beschrijft, zie eerder, kun je verder op verschillende punten midden voor op en in het lichaamkracht- of energiepunten denken om de luchtstraal efficiënter naar buiten te krijgen. Deze punten IN het lichaam liggen op een denkbeeldige lijn, zoals bv op de maagmeridiaan, precies in het midden van het lichaam, opstijgend tot bovenaan op/in het borstbeen, naarmate men hoger/krachtiger gaat spelen.

    Sommige auteurs noemen het chakra's. Ik noem het:
    BELLY BELL CONCENTRATING POINTS ofwel de BUIK BEKER CONCENTRATIEPUNTEN. DE LUCHTUITDRIJVINGSPUNTEN DIE LIGGEN OP DE LUCHTUITDRIJFLIJN.

    Voor sommigen zal dit verhaal wellicht een adacadabra verhaal zijn. Aandachtige lezers van literatuur hierover echter, herkennen zich in dit hoofdstuk. Vooral getrainde en ervaren blazers gebruiken vaak dit soort aandachtspunten.
    Sterke buik- en rugspieren zijn een eerste vereiste. Er zijn 4 buikspieren. De rechte, lopend van het schaambeen naar de borstkas bestaat uit 2 delen met een septum, of scheidingswand ertussen. De 2 schuine, lopend vanaf de wervelkolom schuin naar boven en de andere schuin naar beneden, elkaar overlappend. Lopend naar de rechte buikspier. De dwarse, lopende weer vanaf de wervelkolom naar voren naar de rechte buikspier.
    Samen met de 33 rugspieren en de hulpademspieren persen ze de lucht naar buiten, afgeremd door het middenrif, dat voor de geleidelijke uitstroom zorgt. Het diafragma geeft als het ware tegendruk.

    Al deze krachten, door genoemde spieren uitgeoefend, samen ook nog met de bekkenbodemspieren worden door de blazer geconcentreerd op ÉÉN punt, ongeveer 15 cm onder de navel. Zie later de tekeningen van Kapandji in hoofdstuk 5.6.


  • 5.5 Trechter methode