5 - Ademsteun
Hoofdstuk 5 - Paragraaf 4
5. Ademsteun

5.4 Definitie ademsteun

Definitie van ademsteun:
Ademsteun is een druk vanuit de buikholte, die door een concentrische werking van uitademingsspieren (oorsprong en aanhechting van bekkenbodem-, rug- en buikspieren worden naar elkaar toe getrokken), gecontroleerd en gedoseerd door een excentrisch werkend middenrif of diafragma (oorsprong en aanhechting gaan van elkaar af terwijl de spier aangespannen is en dit dus toelaat), zorgt voor een voortplanting van die druk in de borst-, keel- en mondholte, waarbij mondstuk, tanden, lippen en mond- en keelholtespieren zorgen voor voldoende luchtsnelheid en druk om een klank te produceren.

Samenvattend komt het hierop neer:
Bekkenbodemspieren (sluitspieren) spannen zich samen met buik- en rugspieren (spiercorset) aan om de buikdruk naar de borstholte voort te planten.
Dat gaat niet vanzelf. Het middenrif spant zich excentrisch werkend aan en drukt op de samengedrukte buikinhoud (denk aan hoesten, defeacatie, bevallen, etc.). Tegelijk spannen de borstuitademingsspieren zich aan om de lucht naar de mond te pompen. Fonetische krachten, dus keel-, hals-, mond-, kaak- en tongbeenspieren, werken samen (enerzijds de zogenaamde afplatters en constrictors en anderzijds de verhemelteheffers en rondvormers) om de precieze klank te krijgen. De rest doen we met talloze (alle) gezichtspieren. Overigens: als je de bekkenbodemspieren niet zou aanspannen, kunnen er onder de stoel vervelende dingen gebeuren. Tijdens de clinic maak ik u de combinatie duidelijk en leer ik u de longgedeeltes afzonderlijk te gebruiken samen met de juiste ademsteun, zowel liggend, zittend als staand. Denk daarbij bijvoorbeeld aan lopende orkesten, showbands, militaire bands, etc.



Trompettist: Hessel C. Boschma (1967).


5.4 Definitie ademsteun