65. Brains in brass/>
65.2 Pulsus Paradoxus
Longen en hart zijn nauw verbonden met elkaar in de borstholte (thorax). Ze zijn onderhevig aan dezelfde schommelingen van de intrathoracale druk. Net als alle andere intrathoracale structuren zoals de grote bloedvaten als de aorta etc. Voor blazers een belangrijk fenomeen. Deze schommelingen bestaan uit en/of hebben te maken met het klinische verschijnsel waarbij de arteriële (van de slagaderen) bloeddruk daalt bij de inademing en stijgt bij de uitademing.
In het geval van een normale ademhaling bij een gezond persoon blijven deze drukveranderingen beperkt. Echter bij bepaalde pathologische indicaties kunnen deze schommelingen (veel) grotere uitslagen krijgen. Zoals bijvoorbeeld bij een pericarditis constrictiva (hartzakjeontsteking), of bij asthma bronchiale. Wellicht voor blazers met asthma , en met name die op grote instrumenten, reden om zich bij het ontstaan van klachten, zoals bv duizeligheid bij extreem diep inademen, te laten onderzoeken. De polsslag kan bij sommige patiënten tijdens de inademing verzwakken of geheel verdwijnen, steeds met regelmatige intervallen. Overgang naar een kleiner instrument is dan soms een oplossing. En dan heet het Pulsus Paradoxus.
Op zich is de bloeddrukdaling tijdens de inademing fysiologisch dus normaal!.
Merkwaardig is wel dat de precordiale hartslag regelmatig is maar de perifere arteriële pols niet. Deze laatste kan dus bij bepaalde aandoeningen verzwakken of zelfs geheel verdwijnen tijdens de inademingsfase.
De verlaging van de bloeddruk tijdens de inademing is te wijten aan de aanzuigende werking als gevolg van de onderdruk in de borstkas. Als het ademcentrum de prikkel tot inademing geeft, zullen de inademingsspieren de borstkas vergroten waardoor dus die aanzuiging ontstaat van het veneuze bloed uit het onderlichaam (en hoofd). Het middenrif bijvoorbeeld oefent bij de inademing druk uit op de buikinhoud waardoor het drukverschil tussen buik en borstholte nog verder toeneemt.
Door de vulling van de bloedvaten in de borstkas en het hart zal het hartritme stijgen, o.a. door het wegvallen van de prikkeling door de Nervus Vagus, maar door de toegenomen druk in bv de aorta wordt het voor het hart zwaarder om
bloed weg te pompen. Voor details: raadpleeg uw cardioloog of anaesthesist, via de huisarts.
N.B. Een en ander moet niet verward worden met hyperventilatieverschijnselen. Zie hoofdstuk 19.11 en 19.12.
(met dank aan Dominique Schrijvers en Prof. Dr. E.Vandermeersch/ seminariewerk 2007-2008;uit Pulsus Paradoxus).
Bij het blazen kan de Valsava manoeuvre optreden, zie hoofdstuk 65.3.
|