4 - De clinic
Hoofdstuk 4 - Paragraaf 4
4. De clinic

4.4 Ademsteun

6. Uitademing en ademsteun.
De uitademing vindt tegelijk plaats met het spelen. Het zonder te spelen uitademen van de restlucht moet onhoorbaar gebeuren. Dit vraagt speciale aandacht en een speciale werkwijze. De ademsteun die nodig is voor het blazen, is een magisch begrip. Hierover bestaan onder blazers veel misverstanden.



Illustratie 1 ademsteun



VOOR EEN GOEDE ADEMSTEUN MOETEN ALLE ONDERSTAANDE MAATREGELEN TEGELIJK WORDEN UITGEVOERD
TE BEGINNEN MET 1 EN 4.

1. Buikribinademing via het middenrif.
2 .Alle buikspieren /recht, schuin en dwars, tegelijk aanspannen.
3. Ook de rugspieren worden aangespannen.
4. Strek de kruin van het achterhoofd ,maak je extreem lang.
5. Trek de bekkenbodemspieren in. Span ze aan.
6. Druk de rug onder de schouderbladen naar achteren (meeste longweefsel bevindt zich achter).
7. Druk de flanken opzij (dat gaat via het aanspannen van de buik- en rugwand)én houdt ze opzij.
8. Kantel het bekken achterover (samen met 6).



Wat steunt er, waarop en waarvoor dient dat dan? In de zangwereld is dit, althans bij de profs, goed bekend, anders zou men echt geen fatsoenlijk geluid kunnen produceren. Veel moderne zangers in de popscene kunnen echter geen toon zingen zonder microfoon, en dat hoeven ze ook niet.
Voor een goede ademsteun vallen we terug op 1. Elke toon verdient een extra ademsteun. Zelfs bij het spreken is dit het geval. Mensen die slecht spelen en blazen, gebruiken meestal geen of een slechte ademsteun. Elke klank die we produceren, valt onder het regime van de DLB. Hiermee komen we direct op het punt van ‘Aiming the airstream’, ofwel: Waarheen richt ik mijn luchtstroom in het mondstuk? Moet de stroom direct in het gat verdwijnen of moet de stroom omhoog, omlaag, naar links of naar rechts? Wanneer moet deze omhoog en wanneer omlaag gericht worden? Zijn er individuele verschillen? Zo ja, hoe moeten we daarmee omgaan?

Veel auteurs beschrijven hun visie. Denis Wick schreef in een eerdere editie van zijn boek “The Trombone” (Oxford University Press; 1984, ISBN-10: 0193223783) dat je bij laag spel omhoog moest richten en bij hoog spel omlaag. De beroemde cornettist James Shepard deed in zijn scriptie hetzelfde. Ik heb er met beiden over gesproken en hen aan de hand van röntgenonderzoek uitgelegd wat er schortte aan hun opvatting. Beiden hebben die daarna veranderd. Met Maurice André besprak ik de remmende werking van het mondstuk, en met zijn commentaar maakte ik een educatieve poster met als onderwerp het mondstuk.


4.4 Ademsteun