Hoofdstuk 35 - Paragraaf 20 |
35. Non buzz embouchure/>
35.20 Elevator Neuro
ELEVATOR NEURO
Waarom moet je je instrument ophangen? Zie 39.5. Dat is heel simpel en onderdeel van een neuromodulatieproces.Huh? Doe maar duur! Niks hoor , het is al een heel oude theorie van mij, ondersteund door Dr.Ben van Cranenburg in zijn boek Neurowetenschappen blz 15.5 etc. Van Motoriek tot cognitie isbn 978903523076 7 NUR 894 deel 1 van de drie Elsevier.
LEERPROCES VIA KLEINE HERSENEN (verder afgekort met CB = cerebellum)
Je hangt het instrument op, althans de cylindrische instrumenten, de French horn en verder alle niet bastuba’s, volgens mijn aanwijzingen Vervolgens ga je blazen op het precies in balans opgehangen instrument en kun je exact waarnemen wat er in en met je embouchure en enbouchure gebeurt.
Bewustwording
Zonder ophanging ben je je daar nauwelijks bewust van. Het is je niet geleerd en je blaast gewoon maar door. Totdat je merkt dat je ‘vastloopt’en dan vraag je je af wat er aan de hand is. Je moet dus wel weten waar je op moet letten. Deels kun je dat zien op de embouchureposters op hoofdstuk
Hoofdstuk 62.6
(en.5 en.1). Het gaat om embouchure motion= het bewegen van de lippen over de tanden, shifting= het bewegen van het mondstuk over de lippen, ‘pivoting’ en ‘lower jaw movements’= het bewegen van de onderkaak vanuit het kaakgewricht, airpointing= hoe stuur ik de luchtstroom in het mondstuk: ‘straight- downward of upward’, hoofdbewegingen: achterover/voorover etc.
Toonswijziging
Per toon zijn deze variabelen allemaal verschillend. Bij elke toonswijziging treden er veranderingen op. Pak de poster nr.3 van 62.6 er dus bij en ook op 62.1 kun je veel wijzer worden van de lip-, mond- en kaakbewegingen, tongposities etc. Bij het spelen op een opgehangen instrument gaan al die details tot je doordringen en wordt je er dus bewust van en gaan al deze voor jou nieuwe elementen het CB passeren die dat doorgeven naar de grote hersenen. Indien je dit maar vaak genoeg herhaalt wordt het geïmpregneerd in je zenuwcellen in de associatiecentra van het gehoor, het gevoel etc. Een soort stempel wordt op de behorende cellen gezet.
Inprenten Engram
Als het voldoende is ingeprent wordt het een automatisme en kun je dat zonder ophanging en is het gewoon je 2e natuur geworden. Wat te doen bij hoog spelen, bij laag spelen, hard, zacht etc.etc. De rol van het CB om de verfijnde bewegingen motorisch te coördineren wordt veel geringer. Op deze wijze wordt je spel aanzienlijk verbeterd omdat je nu onbewust als vanzelf doet wat je jezelf hebt aangeleerd toen je met de ophanging bezig was.
Rol CB neemt af
Ik speel zelf dagelijks wel een paar uur opgehangen en sinds ik dit deed, gedwongen door mijn partiele dwarslaesie na een nekfractuur, speel ik 2 x zo goed in alle opzichten. Zie hoofdstuk 49.
En dat komt omdat je nu bij elke toonswijziging precies weet wat je kunt verwachten en welke fysieke inspanning je moet toepassen daarbij. Dat gaat onbewust, dat heb je jezelf aangeleerd.
Hoe werkt het:
VAN MOTORIEK TOT COGNITIE
Het CB belangrijk bij het genereren van impulspatronen, die nodig zijn voor de motoriek: ‘The Symphony of Movements’. Laten we zeggen de coördinatie van de bewegingen en die bestaan hier uit alles wat met het blazen te maken heeft. Om precies te zijn :
Embouchure onderdelen
embouchure motion, shifting, tong – en kaakbewegingen, pivoting van de onderkaak, mate van spierspanning van alle embouchure spieren maar vooral de mondkringspier: hoe hard moeten de lippen zijn, hoe wijd de opening, hoe de richting van de luchtstroom sturing, stand van het hoofd, de hoeveelheid lucht die er doorgevoerd moet worden, de spanning van de onderarmen, de snelheid van de vingers etc. De klank die je produceert vertelt ons dan wat je fout doet of juist goed. Mensen met een storing in het cerebellum krijgen coördinatiestoornissen en hier dus embouchureproblemen.
Nieuwe bewegingen
Dat zijn al dat soort punten, allerhande acties die nodig zijn in het embouchure, daaraan levert het CB een bijdrage aan. In dit geval oude bewegingen in een nieuw jasje, door de ophanging. Ogen, oren, evenwicht, kinaesthesie (gevoel bv door spierspoeltjes en peesreceptoren) spelen een belangrijke bijdrage in het sturen van de toon. Blijft de toon afwijkend dan schakelt het CB zich in om het bij te sturen, te coördineren. Dit tot het gewenste effect is bereikt. En dat is hier de resultaten van de ophanging: spelen met open mond, zo slap mogelijke lippen, de lipopening zo groot mogelijk, de gezichtspieren zo slap mogelijk, de luchtstroom adequaat doorgezet, de juiste onderkaakbeweging etc. etc. De handhouding, de spanning van hals-nek - en schouderspieren , maar ook de rol van de juiste inademing en ademsteun, zorgend voor een continue straal van lucht. Bij hoog spel krachtiger straal en minder hoeveelheid en bij laag spel veel lucht en minder krachtige lucht-stroomsnelheid.
Alle bewegingen worden anders, dat wil dus zeggen dat de afstanden van de onderlinge elementen veranderen, de lipstanden, de inclinatiehoek van de snijtanden, de kaakbeweging, de tong die in het begin zo weinig mogelijk moet worden ingezet tenzij je oefent met breath attack, legato, L aanzet, Doodling(zie24.3).
Plastische veranderingen
Bij voldoende herhaling, in feite eindeloos, zullen er waarschijnlijk plastische veranderingen optreden in de werkzame zenuwcellen bij de ontvangst, een soort ‘computer engram’ wordt in de cel geïmpregneerd , vastgelegd. Een nieuw geheugen is aangemaakt.
Het gaat dus vooral om nieuwe of hernieuwd taken , die in dit geval optreden door het ophangen van het instrument . Het gebruiken van minder kracht, maar het blazen op souplesse.
De bewegingen moeten eerst worden geautomatiseerd, dus eindeloos herhaald te worden en daarmee verdwijnt dan het aandeel van de CB functie voor een groot deel. De rol van het CB is vooral die van de aanleerfase. Van jouw nieuwe embouchure , laten we zeggen.
Feedback
Maar ook de feedback, de terugkoppeling vanuit de motoriek, dus als de gewenste beweging plaatsvindt, wordt bijgestuurd door het CB. Het verwerkt de feedback over de uitvoering. Het CB krijgt feedback info vanuit de spinale circuits (vanuit het ruggenmerg en de cortex= hersenschors) van alle zintuigen maar ook van de motorische centra. Dit geldt bijvoorbeeld voor info over de houdingsstabiliteit van hoofd maar ook de onderkaak. Laag spel met haar wijde kaakopening etc. Zie de plaatjes later.
Feed Forward
Het CB heeft ook een ‘feed forward ‘functie want het kan motorische commando’s en programma’s evalueren en corrigeren vóór ze worden uitgezonden.
Afbeeldingen CB
Via allerlei verbindingen, zie de afbeeldingen 34 van Dr. Ben van Cranenburg uit schema’s fysiologie van het ITON (Google.com)en
Figuur 15.7 uit neurowetenschappen een overzicht blz.274.
Afbeelding 34
Afbeelding 15.7
4 Hoofdtaken CB
Het CB houdt zich bezig met initiëring en programmering van bewegingen enerzijds, maar tevens met controle en correctie van de bewegingsuitvoering.
Het CB krijgt informatie uit alle zintuigen, vooral de oren zijn natuurlijk belangrijk bij het muziekmaken, maar ook de ogen, het evenwicht en de kinesthesie..dus het bewegen. Bijvoorbeeld van de kaakbewegingen, de hoofdbewegingen, de vingerbewegingen. De laatste bijvoorbeeld: heb je je armen en handen ontspannen, hoe staat het hoofd, achterover –voorover etc.?
De acoustische info is van belang bij de toonvorming, bij de fonetiek, de klankkleur, het timbre etc.
Cognitie
Zeker is men er nog niet van maar ook mogelijke cognitieve functies, zoals bij het programmeren van spraak-zang of koperblaasgeluiden met ô-oo-aa-ee-ii-klanken etc., hoort daarbij. Het aanleren van nieuwe taken of veranderde taken bij het ‘opgehangen’ of ‘ondersteunde’ blazen valt daaronder.
Moet je een nieuwe taak aanleren bv. als de stand van het hoofd moet worden veranderd, dan zul je dit onderdeel steeds apart moeten trainen in je blaasoefening. En in feite geldt dit voor alle belangrijke taken van de embouchure, zoals tot nu toe genoemd.
MENTAL PRACTICE
Ook alleen het denken aan, het zich voorstellen, het focussen aan nieuwe of vernieuwde beweging activeert het CB, ´ IN EEN BEWEGING DENKEN´, het zich inprenten van een nieuwe beweging is dus ook belangrijk. Een tussenvorm is b.v. het gebruik van Noiseless Buzzen. Dus je gebruikt het basmondstuk met de bekende zacht stotende massage op het gehele embouchure gebied zie 35.9 etc. en blaast steeds wel lucht erdoorheen , dat zorgt ervoor dat het CB mee coördineert in de het naar voren brengen van de onderkaak, de ontspannen en harde dikke lippen, de vorm van de lipspleet, de combinatie met de ademsteun, het omlaag krijgen van de mondhoeken het sturen van de luchtstroom, het open krijgen van de mondkeelholte etc etc. komen daarbij aan de orde. Door dit eindeloos te herhalen train je deze zaken allemaal zonder dat er een instrument aan te pas komt. Je zou het b.v. zelfs met je vuist kunnen doen door een gefingeerde mondstukring te maken van duim en gekromde wijsvinger, b.v. in de auto, de trein, voor de tv etc. etc.
|