19 - Blessures & klachten
Hoofdstuk 19 - Paragraaf 2
19. Blessures & klachten

19.2 Pijn algemeen

In de inleiding beschreven klachtenlijst zijn allerlei vormen van pijn terug te vinden. Naast de verschillen die er te noemen zijn rondom de locaties in het lichaam waar de pijn optreedt, zijn er een aantal algemene principes rondom pijn. Daar zal eerst op worden ingegaan.

Pijn kan op verschillende manieren worden ingedeeld:


  1. acuut versus chronische pijn
  2. pijn met een éénduidige lichamelijk oorzaak versus complexe vormen van pijn, waarbij deze oorzaak niet zo duidelijk te stellen is.



Van acute pijn wordt gesproken als dit net ontstaan is; bijv. als iemand zich in zijn vinger snijdt, kiespijn of een blindedarmontsteking heeft. De oorzaak is meestal te herleiden tot een lichamelijke verklaring. Deze pijn ontstaat doordat er weefselschade wordt veroorzaakt. Via zenuwvezels worden signalen doorgegeven aan het ruggenmerg en de hersenen. Er treedt dan pijngewaarwording op: “hé, er is ergens in het lichaam pijn”. Onmiddellijk vindt er een interpretatie in de hersenen plaats: “is het erg of is het niet erg”.

Afhankelijk hiervan wordt de pijn genegeerd of juist gedrag in gang gezet op basis van deze pijn. Bijvoorbeeld: bij het branden van een vinger aan een heet voorwerp wordt de vinger onmiddellijk teruggetrokken, nog voordat men dit bewust heeft waargenomen. Dit laatste heet pijngedrag. Op deze manier is een pijnprikkel altijd gekoppeld aan pijngedrag en daarmee beschermend tegen mogelijke beschadiging. Indien dit systeem niet goed werkt op de babyleeftijd zal men niet lang kunnen overleven.

Anders is het als de pijn langer duurt dan enkele weken/maanden. Er blijken dan allerlei vicieuze cirkels een rol te gaan spelen die onbedoeld versterkend werken op de pijn. Er dreigt dan een aspecifiek chronisch pijnprobleem te ontstaan, waarbij met medisch onderzoek vaak geen duidelijke verklaring kan worden gevonden. Een scala aan factoren gaan dan onbedoeld een rol spelen. De koppeling tussen pijngewaarwording en pijnlabeling (is het ernstig of niet?) begint te variëren in de tijd. Daarmee ook het bijbehorende pijngedrag. De ene keer gaat men met de pijn om alsof het zeer ernstig is, een andere keer juist negeert men de pijn en gaat men over zijn/haar grenzen. Dit moet men later dan weer bezuren.

Het activiteitenniveau wisselt daarmee dan ook. Met pillen of een operatie is een aspecifiek chronisch pijnsyndroom niet op te lossen. Uit veel recent pijnonderzoek blijkt dat een langdurig (wat) verhoogde spierspanning met onvermogen tot gerichte zelfontspanning een cruciale rol in het onderhouden en verergeren van chronische pijnklachten speelt. Deze verhoogde spierspanning kan om vele redenen ontstaan:

  1. een aangeboren neiging om spierspanning in bepaalde delen van het lichaam op te bouwen,
  2. vaak bouwt als eerste een spanning op in de buik, buikademhaling wordt belemmerd waardoor een andere manier van ademhaling onbewust wordt toegepast.
  3. opvoeding (‘niet klagen maar dragen’; waardoor iemand zich onbewust schrap gaat zetten in het leven),
  4. als de spierspanning chronisch verhoogd is verminderd de doorbloeding in de spier en directe omgeving. Verzuring treedt op met prikkeling van de pijnsensoren. Toename van pijn is het gevolg zodat er sprake is van een zichzelf versterkende vicieuze cirkel.
  5. langdurige stress, het steeds maar weer over eigen lichamelijke grenzen gaan etc.
  6. Als men zich hier niet voldoende van bewust is, weet men niet dat men naar deze lichamelijke gevoelens moet luisteren waardoor de situatie kan verergeren.
  7. Door koperblazen neemt de spanning in de buik, borst en luchtwegen fors toe. In combinatie met beperkte techniek kan dit in andere delen ook verhoogde spierspanning geven.
  8. Slechte levenswijze draagt hier nog een steentje aan bij. Overgewicht wordt regelmatig waargenomen bij koperblazers. Het effect hiervan op de stand van wervelkolom is groot: de onderrug trekt hol, de middenrug bol en de nek wordt als gevolg hiervan in een versterkte ‘holling’ (= kyfose) getrokken. Dit heeft een ongunstige invloed op de spanningstoestand van alle rompspieren maar ook de schoudergordel. De ruimte voor de uittredende zenuwen uit de wervelkolom neemt af waardoor verschijnselen van afklemming kunnen ontstaan, zoals tintelingen of uitstralende pijn. Veel beroepsmuzikanten eten rondom tournees/optredens onregelmatig en ongezond, moeten veel reizen, gaan dan noodgedwongen laat slapen en hebben te maken met een scala aan andere stressfactoren. De spierspanning neemt hierdoor natuurlijk niet af.
  9. Veel muzikanten zijn meestal erg gedreven en perfectionistisch. Gecombineerd met faalangst, teleurstellingen etc. wordt spierspanning hoger.
  10. Jetlag van vliegreizen beïnvloedt de spierspanning ook ongunstig.


In het algemeen kan gesteld worden dat langdurige pijnklachten en spierspanning vaak op een combinatie van bovengenoemde oorzaken kan worden teruggevoerd. Het is dan ook belangrijk om na te gaan voor uzelf hoe dit bij u in elkaar steekt. Door middel van het bijhouden van een dagschema waarin de activiteiten en rustmomenten worden aangetekend, kan men voor zichzelf veel inzichtelijk maken.
De geïnteresseerde lezer wordt verwezen naar het boek “pijn de baas”van F.Winter waarin veel praktische tips staan vermeld met huiswerkoefeningen. De behandelaar wordt verwezen naar literatuur over pijnmanagement (oa. C.Main).

Afwisseling van rust en oefenen is belangrijk. Langer dan een uur achter elkaar intensief en geconcentreerd oefenen blijkt niet zinvol. Er zijn van diverse topmusici uitspraken bekend dat zij soms maar een paar minuten (!) achter elkaar in volle concentratie oefenen. Daarna volgt een korte rustpauze of doorspelen op ‘halve kracht’ tot een volgend belangrijk moment.

Roken (> 3 sigaretten/dag) en alcohol (> 2 eenheden/dag) kunnen langdurige pijnklachten onderhouden. Daarnaast nemen de levenskansen af door sterk verhoogde kans op longkanker, leverafwijkingen, hart en vaatziekten (zoals op alle sigarettenverpakkingen te lezen is). Belangrijk is te realiseren dat de ‘gemiddelde’ koperblazer een paar jaar korter leeft. Het is op dit moment niet duidelijk of dit terug te voeren is op het koperblazen zelf of op de leefstijl van deze ‘gemiddelde’ blazer.
Algemene gezonde leefregels aanhouden is daarom het devies: strak dieet volgen met de verhouding 70% vezels~in gekleurde groenten en verder 3 X 10 % voor eiwitten, vetten en koolhydraten. Hiermee bij alle hapjes rekening houden. Het volgen van kuren is uit den boze; een schommelend gewicht is nog slechter dan continu een wat te hoog gewicht. Bij een buikomvang bij mannen van <125 cm (op het dikste punt) blijkt uit recent onderzoek een grote gezondheidswinst op te treden.


Het fenomeen van een goede warming up is bij de meeste muzikanten volstrekt onbekend. Een goede warming up bestaat er uit dat de grote spiergroepen die bedoeld zijn om het lichaam te stabiliseren (op zijn plaats te houden) eerst opgewarmd worden. Dit kan door het maken van grote zwaaiwegingen met armen/romp en benen. Rekken van spieren , helemaal van niet opgewarmde spieren, is uit den boze. Inmiddels is bewezen (Halbertsma) dat dit juist een verhoogde kans op blessures geeft. Na het opwarmen van de grote spieren zijn de kleinere spieren aan de beurt. Het gevaar bestaat dat bij onvoldoende conditie, coordinatie en kracht van de grote stabiliserende spieren, de kleinere spieren (die eigenlijk bedoeld zijn voor het bewegen) mee gaan helpen om het lichaam in een goede positie te houden. Dan treedt er een disbalans op met alle gevolgen van dien. In een uiterst geval kan bijv. een dystonie hiermee geluxeerd worden.


19.2 Pijn algemeen