16. Akoestiek vervolg/>
16.7 Onderkaak functie
Onderkaak functie in koperblazen
Philip Farkas
The art of French Horn Playing
1956 Uitgever S.Birchard
Was de eerste auteur Solo hoornist die beschreef dat de tanden recht bovenelkaar moesten staan.
Dat houdt in dat de onderkaak volgens hem naar voren moest komen
Michel Riquier (zie de bijlages) is een ex-trompettist, intieme vriend van Maurice André die voornamelijk over ademhaling en psychologie/mentaal etc schrijft. Ik vroeg hem nog wat te vertellen over keel en klank. Wordt lastig zie bijlage met een stukje van een artikel over Le Son.
MR: De tong en de tanden moeten voor de TA aanzet zo hoog mogelijk worden gezet, dat is staccato. Ta , to ,ti ,tovenaar etc als met de punt van de tong, die de tandspleet moet afsluiten maakt dat de ruimte klein en zo plaat mogelijk moet blijven mits brass/fonetisch gewenst. Immers laag spel vereist meer een Of klank.Extreem hoog spel een i, zoals het zingen en dat schrijft Michel ook op dat blaadje.
Erg wetenschappelijk is het allemaal niet , maar hij is wel beroemd en heeft veel gepubliceerd in Brass Bulletin van Jean Pier Mathez van Brass Bulletin waarvoor ik ook gewerkt heb en JP noemde mij ook Dr.Embouchure. JP schrijft ook een voorwoord in zijn Traité Methodique. Net als Maurice Andre, dus het is wel zeer serieus. Ook de Inspecteur van Muziek van Frankrijk schrijft een voorwoord.
HANS VERTELT:
De kaak is The rudder of embouchure, ik kan het nergens terugvinden dus heb IK het bedacht.
En waarom is de onderkaak het roer van de embouchure?
.De kaakspieren regelen met zijn 4en de kaakbewegingen daarbij geholpen door de mondsluitende mimische spieren om de opening klein te krijgen. Dat laatste is nodig om een nauwe kaakopening te krijgen voor een snelle luchtpassage en het afknijpen van de luchtstroom, nodig voor de hogere registers en zacht spel.
De kaak openen vindt meer plaats door de mondbodem spieren, de tongbeen strottehoofd, sleutelbeenspieren (zoals sternohyoideus, omohyoideus etc. samen met het platysma).
Daaraan gepaard gaat het openen van de mond voor een lagere luchtstroomsnelheid en meer luchttoevoer en doorvoer,meer voor de lagere tonen. Geholpen door de verhemelte elevatoren
Tot zover fysica en physiologie gecombineerd met fonetiek.
De onderkaak kan verder ook nog andere dingen doen geholpen door de 4 kauwspieren waarbij de mm.pterygoidei zorgen voor de protractie
Protractie is nodig voor een relatief gelijke druk van het mondstuk op de lippen/kaken
Protractie met achteroverkanteling is nodig bij extreem laag spelen zoals op de bastuba bij het lage spel, gecombineerd met wijde kaakopening die vastgezet wordt om een consistent geluid te krijgen en voldoende luchtdoorvoer etc. Zing maar eens een extreem lage toon zelf.
Protractie is ook nodig voor hoog spel ook voor gelijke druk maar ook om minder inkerving te krijgen van de mondstukranden. Immers als de onderkaak naar achteren staat in retractie dan en je wilt hoog spelen, met een hoge mondstukdruk dan zal op de bovenlip de binnenrand van het bovenranddeel
Ínsnijden en op de onderlip juist andersom zal de buitenrand van het onderrimdeel in de onderkaak snijden.
Neurofysiologisch qua spierpatronen past bij laag spel dikkere en slappere lipspieren, dus bij wijde kaakopening past meestal altijd minder gespannen, en dikkere lippen, waarvan de lipflappen meer buiten het mondstukring in de richting van de MP cup bewegen.
Wijde onderkaak betekent dikkere en grotere luchtbolletjes, langere golven, minder tonal spectrum etc. lage golflengtes immers is er de frequentie verdubbeling per octaaf.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
De grotere kaakwijdte gaat altijd gepaard en is gecombineerd met een lagere reeks van frequenties en omgekeerd.
De onderkaak is nodig voor het laag/spel pivoteren , waarbij het hoofd iets voorover beweegt en de leadpipe zo mogelijk omhoog,. Zoals bij kleiner koper, vraagt om protractie PLUS een wijdere kaakopening. VB Wynton Marsalis.
Extreem hoog spelen vraagt soms een beetje omlaag pivoteren dat wil dus zeggen dat er MINDER protractie is van de onderkaak en hogere lipspanning, een kleinere lipopening, de klankvoorstelling i etc etc.
Het merendeel echter blaast recht naar voren : straight streamen en daar raken we een gevoelig punt:
Het upstreamen: dat is HEEL iets anders als pivoteren.
Als je in een gelijkblijvende stand de lucht omhoog blaast, zal de onderkaak meer gaan sluiten en iets naar voren komen: Let wel dit verschil tussen pivoteren upstreamen cq downstreamen is significant en verraadt de kenner bij uitstek. Wordt gebruikt om ineens een moeilijke hoge toon te raken of een toon iets op te voeren in de stemming In een korps betekent deze truc minder geknoei met triggers en buisjes.---------------------------------------------------------
Omgekeerd kun je door de lucht te downstreamen makkelijker lagere stemmingen bereiken. Maar daarbij gaat je onderkaak wijder worden, de keelholte wordt wijder etc.
--
OMKEREN
Er zijn scholen zoals Wilken /Reinhardt, Denis Wick vroeger, etc die het downstreamen gebruiken voor het hogere spelen en omgekeerd. Dat kun je je zelf wel aanleren maar is niet logisch neurofysiologisch gezien. Immers sluit de mond en blaas met je lippen maar eens pffff dan voel je , zodra je gaat upstreamen dat de onderkaak naar voren gaat en deels sluit, idem volgen de tong en de keel. Dus..je kunt het jezelf wel aanleren maar is contranatuurlijk hoewel na jaren trainen je wel kunt smokkelen met embouchure motion, shifting en pivoteren. Hersenen denken niet in spieren maar in bewegingen in
functies etc et.-------------------------------------------
By the way. De onderkaak kan ook zijdeling bewegen maar is niet van toepassing hier.
De Keel en mondkeelholte. Throat
De luchtpijp gaat over in de keelholte en die kan door constrictoren worden samengeknepen voor de hogere tonen, in dit geval door minder lucht door te laten met meer snelheid (hose garden principle). De functie gaat naadloos over on de mondheelholte waar het tongbeen en de tong een rol gaan spelen Plus het zachte verhemelte met haar dilatatoren en constrictoren (Veli Palatini etc.)
Als je slikt voel je ongeveer wat er gebeurt bij hoger willen spelen.
De tong speelt daarin een grote rol. Samengevat het gaat om 2 zaken: de luchtdoorvoer hoeveelheid: Hoe meer lucht je nodig hebt bij laag en/of hard spel hoe wijder alle openingen moeten zijn inclusief de lipopening met zachtere en dikkere , slappere lippen. Dus hoe lager je komt en hoe harder je speelt hoe wijder alles moet zijn, met dien verstande dat als je harder moet gaan spelen de openingen weer iets worden afgeplat in de OF positie om de luchtsnelheid te doen toenemen. Omgekeerd naarmate je hoger wilt spelen zullen keelholte, mondkeelholte, zachte verhemelte samen moeten werken om een stevig paleis te bouwen. Speel je extreem hoog dan is alles zoveel mogelijk afgeplat en nauwer gemaakt.
In beide gevallen ondersteund en aangevoerd door de kaakopening. De onderkaak is het roer die bepaalt hoe wijd als kan worden. Doe je de mond te ver open en zijn de holtes te rond en te slap gespannen dan zal de toon dalen en ga je onzuiver spelen. Omgekeerd als je begint te knijpen en te persen zoals met pucker, smile and press, squeeze etc dan ga je de stemming geweld aan doen en zal de toon te hoog zijn.
|