15 - Akoestiekleer
Hoofdstuk 15 - Paragraaf 9
15. Akoestiekleer

15.9 Staande golven

De staande golf bestaat uit een in heen -en teruglopende golf die elkaar kruisen met dezelfde frequentie. Deze staande golven trillen ter plaatse en zijn slechts energieverzamelaars of opslagmogelijkheid voor andere binnenkomende golven, namelijk die van de deeltonen.

Van belang is het gehoor bij het produceren van een toon en klank. Sommige muzikanten, en dat geldt ook voor hoger opgeleide blazers, kunnen een bepaalde passage of klankontwikkeling niet voorelkaar krijgen. Wat ze er ook aan doen Langer studeren, ander instrument, ander mondstuk en toch lukt het niet.
Eén van de oorzaken kan zijn dat het gehoor niet goed is ontwikkeld en dat kan al prénataal zijn veroorzaakt.

Prof. De Tomatis
In het boek van de beroemde Franse keel-neus- en oorarts en zangersbegeleider Prof. De Tomatis, beschrijft hij een zeer groot aantal voorbeelden van vooral zangers, die soms wereldberoemd zijn, maar toch een bepaald probleem hielden.

Zijn onderzoekingen gaan terug naar al van vóór de geboorte. Hij stelt dat een foetus al in de moederschoot kans loopt een eenzijdig of anderszins verkeerde gehoor'training' te ontwikkelen. Het ontbreken van een (lage) vaderstem in huis kan mogelijk leiden tot gehoorassociatie-problemen. De frequentie is gewoon niet aanwezig of latent. Het kind heeft de frequentie nooit goed in zich op kunnen nemen. Of een baby die van stond af aan in een geluidsdichte kamer ligt, misschien wel jaren lang. Die ontbeert de 'gewone' geluiden.

Of een kind dat wordt blootgesteld aan juist extreme geluiden, keiharde rockmuziek, prénataal en daarna ook jarenlang geteisterd daarmee in huis. Als zo'n kind de muziek in gaat kunnen er problemen ontstaan bij de representatie van bepaalde klanken, die ér gewoon niet op zitten'. Er ontbreekt als het ware een bepaalde geluidsdimensie in het gehoor. Of een kind dat altijd in dezelfde hoek van een kamer ligt of staat, zoals in de box of wieg, hoort vooral de luidspreker die het dichtst in de buurt staat. En welk geluid overheerst hier? Bas of juist de hoge pijnlijke pieptonen? Kijk dus eens op www.detomatis.nl. Er is een therapie
voor.

Lipbuzzen
Als Brasspedagoog laat ik die bepaalde 'mankerende toon of klank' alléén op het mondstuk spelen, dus met geluid dus ' lipbuzzend'. Ook jonge leerlingen, die een bepaalde klank niet over de bühne krijgen laat ik dat wel doen, mits ze voldoende studeren, anders is het zinloos. Dat kán een oplossing bieden. Maar het probleem kan ook elders liggen. Ik was een keer bij de repetitie van een hoornist die Gregson moest spelen met een brassband, voor zijn eindexamen conservatorium. De extreme lage tonen kreeg hij niet voor elkaar.

Ik vertelde hem dat hij vóór het spelen van de lage toon, zijn buik extreem dik moest maken en dus het middenrif zover mogelijk af te platten. Hierdoor vergrootte hij zijn resonantieholte van de borstkas en we weten hoe groter de ruimte, hoe lager de staande golven. Vanzelfsprekend horen daarbij: onderkaak ver open en ver naar voren. Als uitzondering op de regel. Ook om de resonantie in mond en keel zo groot mogelijk te maken. De tip, om een foetus en later de baby etc. klassieke muziek te laten horen als onderdeel van de opvoeding, hoeft geen betoog. Mozart, Beethoven, Bach, Wagner, Schubert, Moussorgsky en noem maar op, zijn er maar een paar van.

Staande golven
Opvoeding met 'normale' staande golven, normale basistonen met daar bovenop een rijk geschakeerd meng-spel van talloze deeltonen van allerhande verschillende instrumenten, ontwikkelt een beter gehoor en een beter 'muziekcentrum' in de hersenschors. Het gevoelsleven, deels gehuisvest in het zogenaamde 'limbische' systeem aan de basis van de hersenen, zal een rijker geschakeerd emotie palet in zich dragen. Hiermee kan een beginnende muzikant de te spelen muziek sneller begrijpen en aanvoelen. Immers hij of zij 'herkent' er al iets van. Wat is er nou nog mooier, als je naar muziek luistert, dat je kunt zeggen,:”Hee, daar was de Es cornet, of daar de hobo, Fagot, Engelse hoorn?”.


15.9 Staande golven