12 - Gebit en kaken
Hoofdstuk 12 - Paragraaf 5
12. Gebit en kaken

12.5 Optimale wijdte

Hoe groot is de opening tussen de tanden?
Dat hangt af van de grootte van het instrument en het mondstuk enerzijds en van de hoogte van de toon of klank en de sterkte van het geluid anderzijds. De wijdte van de ruimte tussen de voorste snijtanden boven en onder verandert dus zodra de toon verandert. Overigens is die wijdte bij elke aanzet van de tong klein en neemt de ruimte tussen de voorste snijtanden direct daarna de wijdte aan die nodig is om de toon te laten klinken.

De tong sluit de mondopening even af zodra die wordt teruggetrokken. Dat moet razendsnel gebeuren. Alle procedures in de kaakopening worden direct teruggekoppeld naar beneden, tot en met de bekkenbodemspieren toe. Die terugkoppelingen maken deel uit van de DLB.




Spieren van de kaak met hun functies:

Kaak sluiten: Wangkauwspier, m.pterygoïdeus medialis
(vleugelvormige mediale kauwspier) én de voorste vezels van de slaapbeenkauwspier

Kaak openen: Vleugelvormige laterale kauwspier en natuurlijk de kin- halsspieren die o.a. naar het sleutelbeen lopen.

Kaak naar voren: Beide vleugelvormige kauwspieren

kaak naar achteren: Achterste delen van de slaapbeenkauwspier

Zijwaartse(maal-)bewegingen: Afwisselend links en rechts beide vleugelvormige kauwspieren

De zenuwvoorziening van de kauwspieren komt van de kaaktak van de trigenimus zenuw (één der hersenzenuwen).


12.5 Optimale wijdte