10. Het mondstuk/>
10.3 De onderdelen
De ring met zijn beide randen bepaalt het comfort voor de lippen van het moderne mondstuk. Een dikkere rand biedt meer comfort, maar is minder flexibel voor de amplitude van de lipuiteinden. De cup is na de keelholte en mondholte een derde luchtbuffer. In de Middeleeuwen had men niet meer dan een ronde kelk ter beschikking. Daarna is de cup gemodificeerd. Het verloop van de cup is bepalend voor de luchtsnelheid. Is de cup vlak, dan is er een hoge druk en verlaat de lucht moeilijker het mondstuk. Is de cup diep en rond, dan verlaat de lucht makkelijker het mondstuk. Is de cup echt conisch, direct taps naar nauw toelopend, dan verlaat de lucht gemakkelijk het mondstuk, wat voor een bugel en in mindere mate voor een cornet van belang is.
De double cup is een mondstuk met in feite twee cups achter elkaar. De overgangsrand geeft een extra versnelling aan de luchtmoleculen en wordt vaak toegepast voor het hogere, schrille werk. Louis Armstrong imitators gebruiken dit soort mondstukken vaak voor het beroemde L.A. in zijn toon.
De boring, de doorgang naar de backbore, is mede bepalend voor de luchtdoorgang, de drukopbouw en het volume van de toon. Er zijn talloze combinaties mogelijk en iedereen moet zuiver individueel een keuze maken. Hoe meer variaties, hoe meer keuze en hoe gemakkelijker voor de blazer. Hoe scherper de breekhoekcoëfficient tussen cup en boring is, hoe scherper de toon zal worden als gevolg van het Bernouilli-effect.
De backbore is het uitgeboorde deel in de schacht. Hoe verder het uitgeboord is, hoe meer aanzuigende werking uit de cup van het mondstuk naar het instrument komt. Dit is geschikt voor mensen met veel lucht. Hier hoort een grotere, bredere klank bij.
Voor de uitgebreide fysica verwijs ik naar hoofdstuk 20 van Arthur H. Benade´s “Fundamentals of musical acoustics”. Uitgever is Dover Publications Inc., New York. ISBN 0/486/26484 X. In het hoofdstuk over fysica behandel ik de belangrijkste aspecten.
|