67 - Lip-Tilt
Hoofdstuk 67 - Paragraaf 9
67. Lip-Tilt

67.9 Tongfunctietraining

Tongfunctietraining voor hoog en hard spel

Om hoog en hard te kunnen spelen moet je veel laag en zacht studeren met extreem veel tongbewegingen (zie ook hoofdstuk 45.1 en 45.2). Dus staccato, tongslagen, fladdertong. En dan de punt van de tong vooral helemaal voor in de mond brengen en steeds razendsnel terugtrekken.

Waarom is dit zo? Wij hebben ontdekt dat je met deze tongtechnieken de benodigde spieren voor hoog, snel en hard aanzienlijk beter traint en een veel groter beroep op hen doet dan wanneer je dat niet doet.

Lange noten blazen is een overbodige luxe. Om welke spieren gaat het dan precies? Dat zijn de spieren die enerzijds aan het jukbeenbot vastgehecht zijn en aan de andere kant vergroeid zijn aan de mondkringspier. Zoals de mondhoekheffers (mm. zygomatici/ mm. anguli levator oris) maar ook spieren als de 4 kauwspieren, de risorius en de buccinator. Maar er zit één voorwaarde aan dit verhaal: De mondhoeken moeten gecentreerd worden, dus extreem naar elkaar toe gebracht.

Verder zijn embouchure motion en MP Shifting erbij nodig. Wij hebben bewijzen, ook uit de praktijk, dat geblesseerde blazers hiermee heel snel weer op krachten komen. Maar, je kunt het ook voelen met je vingertoppen. Als je doet wat ik hier vertel kun jij tijdens deze tongtraining de spierbuikjes één voor één voelen. Niet zelden zijn deze spiertjes getroffen door het pseudoradiculair syndroom met trigger- en tenderpoints (zie hoofdstuk 29). Hierdoor kan atrofie optreden, spierkrachtverlies.

Het is helaas nog niet mogelijk om de spiertjes één voor één electronisch digitaal door te meten. Tijdens de periode dat je deze training gaat volgen, merk je dat de spierbuikjes weer dikker worden én krachtiger.


67.9 Tongfunctietraining